preheader
header

Visuele problemen bij synucleïnopathieën

Tijdens het 8ste internationale MDPD congres gaf Prof. Dr. D.J. Burn, MD, PhD een overzicht van de incidentie van visuele problemen bij de ziekte van Parkinson, dementie met Lewy lichaampjes (LBD) en multiple systeem atrofie (MSA). Hierbij lag de nadruk op de primaire visuele problemen en werd niet ingegaan op secundaire visuele problemen die geïnduceerd kunnen worden door het gebruik van bepaalde medicatie of die indirect geassocieerd zijn met de ziekte (bv. orthostatische hypotensie bij MSA). 

De visuele problemen bij patiënten met de ziekte van Parkinson kunnen verschillende vormen aannemen en variëren van troebel zicht, tot een verstoorde perceptie van beweging, een verminderd vermogen om contrast te onderscheiden (bv. licht en donker), dubbelzien (bij 25-35% van de patiënten), problemen met het onderscheiden van kleuren, verminderd dieptezicht (stereopsis) en complexe visuele hallucinaties.

Verschillende visuele studies bij Parkinson-patiënten concentreerden zich op de dikte van de retina. Uit sommige van deze studies bleek dat de dikte van de neurale laag van de retina en de macula dunner waren bij Parkinson-patiënten, maar dit kon niet worden gereproduceerd in andere studies. Verder werd aangetoond dat dopamine, aanwezig in de retina, een belangrijke rol speelt in de perceptie van licht en donker. Verstoring van deze dopaminerge circuits kan dan ook een verklaring zijn voor het verlies van contrastzicht bij Parkinson-patiënten.

Uit een studie die kleurenblindheid onderzocht bij Parkinson-patiënten bleek dat patiënten met de ziekte van Parkinson een hogere Farnsworth-Munsell 100 Hue test (FM100)-score hadden dan controles. Bovendien werd aangetoond dat een hogere FM100- score, wijzend op een slechter kleurenzicht, gecorreleerd was met een slechtere H&Y- en UPDRS-score. Verder bleek uit een studie van Postuma et al (2008, Mov Disord) dat patiënten met REM slaapproblemen (‘REM behaviour disorder, RBD’) significant vaker last hadden van kleurenblindheid dan patiënten zonder RBD (p=0.0047). Dit maakt van het vermogen om kleuren te onderscheiden een interessante, potentiële, vroege ‘marker’ voor RBD bij patiënten met de ziekte van Parkinson.

Milde cognitieve stoornissen komen frequent voor bij Parkinson-patiënten. Opmerkelijk hierbij is dat visuospatiële problemen hierbij aangehaald worden als tweede meest frequent geobserveerde klacht. Uit onderzoek blijkt dat vooral de visuele perceptie verstoord is bij Parkinson-patiënten met dementie en patiënten met LBD. Bij MSA zijn problemen met visuele perceptie niet aan de orde.

Hallucinaties komen eveneens erg frequent voor bij neurodegeneratieve dementie (30 tot 40% bij Alzheimer, 60 tot 80% bij Parkinson met dementie en LBD). Bovendien is het optreden van hallucinaties geassocieerd met een agressiever ziekteverloop bij Parkinson met dementie, LBD en de ziekte van Alzheimer. Bij MSA echter, komen hallucinaties zelden voor. Uit een studie van Kasten et al (2010, Arch  Neurol) met 309 niet-demente Parkinson-patiënten bleek verder dat 18% van de patiënten in de afgelopen maand één of meer keren een hallucinatie had en 44% één of meer keren in het afgelopen jaar. Hierbij kwamen visuele hallucinaties (36%) het meest frequent voor. Verder kon men in deze studie aantonen dat de hallucinaties direct geassocieerd waren met het optreden van depressies (OR=3.1), geheugenproblemen (OR=3.4) en slaperigheid overdag (OR=3.7). 

Op pathofysiologisch vlak werd aangetoond dat visuele hallucinaties geassocieerd zijn met een hoge densiteit Lewy-lichaampjes in de amygdala en de parahippocampus. Vroeg optredende hallucinaties zijn dan weer geassocieerd met een hoge densiteit Lewy-lichaampjes in de parahippocampale en de temporale cortex.

Samengevat kan gesteld worden dat visuele problemen erg frequent voorkomen bij de ziekte van Parkinson en LBD, maar niet bij MSA.Deze problemen worden echter dikwijls onderschat en als gevolg daarvan ook vaak onvoldoende behandeld.

Referentie
Burn DJ, et al. Visual impairment in synucleïnopathies. Presented at MDPD 2012, abstract #450.

Spreker David Burn

 burn

David Burn, MD, PhD,
Clinical Ageing Research Unit,
Newcastle University, Newcastle, Verenigd Koninkrijk


Zie: Keyslides

Naar boven