preheader tnn

header website

Blijven behandelen met natalizumab effectiever dan na twee jaar overstappen naar orale of injecteerbare medicatie

Natalizumab (NAT) is een effectieve behandeling voor relapsing-remitting multipele sclerose (RRMS). Veel patiënten stoppen met NAT na 2 jaar, vooral in verband het mogelijke risico op progressieve multifocale leukoencefalopathie. In deze nieuwe studie van Professor Helmut Butzkueven werd gekeken naar de verschillen in uitkomsten van patiënten die switchten naar andere behandelingen en zij die bij NAT bleven. Hiertoe werden de gegevens van 2.466 patiënten geanalyseerd die ≥3 jaar NAT (gemiddeld 5,5 jaar) hadden gehad en daarnaast patiënten die waren geswitcht naar orale (n=660) of injecteerbare therapieën (INJ; n=95) na ≥ 2 jaar NAT behandeling (gemiddelde follow-up respectievelijk 2,5 en 2,4 jaar). In de analyse van Butzkueven werden vervolgens de exacerbatiefrequentie en toename van invaliditeit geëvalueerd bij deze patiëntgroepen.

In de analyse werd rekening gehouden met de variabelen leeftijd, sekse, start van symptomen, EDSS, eerdere exacerbaties, wash-out-tijd en duur van de NAT behandeling.

Resultaten

Patiënten die waren geswitched naar orale medicatie hadden een groter risico op exacerbaties (HR 2,18; p<0,001) dan patiënten die NAT bleven gebruiken. Dit gold ook voor patiënten die waren overgestapt naar INJ (HR 3,02; p<0,001). Verslechtering op de EDSS-schaal trad in vergelijkbare mate op bij patiënten op orale medicatie (HR 1,19; p=0,266) maar in hogere mate bij patiënten op INJ (HR=2,52; p<0,001) in vergelijking met degenen die bij NAT bleven. De exacerbatiefrequentie nam af met 20,2% na de eerste 2 jaar op NAT medicatie voor de groep die bij NAT bleef. Patiënten die switchten naar oraal ondervonden een stijging van het aantal exacerbaties met 17,8% en in de INJ groep was dit zelfs een stijging van 108,1% (beide p<0,001). In de groep die switchte naar oraal was een lagere kans op exacerbaties toe te schrijven aan een kortere wash-out tijd (>12 weken versus ≤4 weken; HR=1,97; P=0,001), minder exacerbaties in het voorafgaande jaar (HR 1,24/exacerbaties in voorgaand jaar; p<0,001), lagere EDSS bij aanvang NAT behandeling (>3,5 versus ≤3,5; HR 1,44; p=0,007) en een langere duur van de NAT behandeling (HR 0,87/extra jaar op NAT; p=0,019).

Conclusies

Een langere behandeling met natalizumab leidt tot significant betere klinische uitkomsten dan het na twee jaar overstappen naar andere medicatie, oraal of injecteerbaar.

  • Patiënten die gedurende langer dan 2 jaar op natalizumab bleven hadden een kleinere kans op exacerbaties dan diegenen die overgingen op een orale of injecteerbare therapie.
  • Switchen naar een orale therapie na staken van de behandeling met natalizumab leidde tot betere uitkomsten dan switchen naar een injecteerbare therapie, waarbij aangetekend moet worden dat de ziekteactiviteit gemeten met behulp van de ARR beneden pre-natalizumab niveaus bleven ongeacht of men naar een orale of injecteerbare therapie switchte.
  • Bij het switchen naar een orale therapie na natalizumab, voorspellen de volgende factoren een lager risico van terugkeer van ziekteactiviteit: een kortere wash-out duur na natalizumab, een lagere EDSS score bij de start met natalizumab en een langere behandelduur met natalizumab voor het staken daarvan.

Referentie

Butzkueven H, Trojano M, Kappos L, et al. Clinical Outcomes Were Better for Patients Who Remained on Natalizumab Compared with Those Who Switched to Oral or Injectable Therapies After 2 Years in the TYSABRI® Observational Program. Posterpresentatie op ECTRIMS 2017; abstract P733.

Spreker Helmut Butzkueven

Butzkueven

Professor Helmut Butzkueven, MD, PhD, Department of Medicine, University of Melbourne, Australië


Zie: Keyslides

Naar boven