preheader
header

Wat is de invloed van het enterisch zenuwstelsel op de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson?

Eerdere epidemiologische studies toonden een sterke correlatie aan tussen de blootstelling aan omgevingstoxines en de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson. Bovendien stelde men vast dat deze correlatie sterker is voor toxines die het mitochondriaal complex beïnvloeden. Uit studies van Braak et al. blijkt verder dat voordat het centraal zenuwstelsel wordt aangetast, er eerst Parkinson-achtige pathologie zichtbaar is in de olifactorische bulbus en het enterisch zenuwstelsel. Zo zijn het verlies van geurzin en darmproblemen frequent voorkomende symptomen bij Parkinson-patiënten die zich bovendien manifesteren vooraleer de karakteristieke, motorische symptomen zichtbaar worden. Tenslottte toonde men recent aan dat Parkinson-pathologie ook kan voorkomen in de submandibulaire klieren. Het feit dat het enterisch zenuwstelsel, de speekselklieren en de olifactorische bulbus de enige structuren van het zenuwstelsel zijn die nauwelijks beschermd worden tegen de invloed van omgevingstoxines vormt de basis voor de hypothese dat het lokale effect van deze omgevingstoxines op het enterisch zenuwstelsel en de olifactorische bulbus kan zorgen voor de inductie en progressie van Parkinson-achtige pathologie.

Deze hypothese wordt ondersteund door recent onderzoek van Heinz Reichmann et al. In muizenstudies toonde men namelijk aan dat rotenon, een veelgebruikt pesticide dat het mitochondriaal complex I inhibeert, zorgt voor de inductie en de progressie van Parkinson-achtige pathologie in het enterisch zenuwstelsel. Bovendien vertoonde de progressie van deze pathologie hetzelfde patroon als het patroon dat men observeert bij Parkinson-patiënten. Zo identificeerde men in eerste instantie alfa-synucleïne aggregaten in het enterisch zenuwstelsel terwijl na verloop van tijd ook aggregaten werden waargenomen in de intermediolaterale hoorn van het ruggenmerg en de dorsale motorische nucleus van de nervus vagus. Wanneer men echter, voorafgaand aan de rotenonbehandeling, een hemivagotomie of een partiële sympathectomie uitvoerde bij de muizen, stelde men vast dat de progressie of inductie van Parkinson-achtige pathologie kon worden vermeden. Verder bewijs voor deze hypothese wordt geleverd door studies die aantonen dat de progressie van deze Parkinson-achtige pathologie geassocieerd is met transsynaptisch en retrograad axonaal transport. Zo observeerden P. Brandin et al alfa-synucleïne-aggregaten in getransplanteerde neuronen en toonde een andere studie aan dat bij muizen alfa-synucleïne transsynaptisch getransporteerd kan worden van eigen naar getransplanteerde neuronen.

Dit alles ondersteunt de hypothese dat Parkinson-achtige pathologie inderdaad geïnduceerd kan worden door de lokale invloed van omgevingstoxines op het enterisch zenuwstelsel en dat de progressie gebaseerd is op transsynaptisch of retrograad axonaal transport van een gemodificeerd eiwit. Op die manier kan de progressie van de ziekte van Parkinson tot op zekere hoogte vergeleken worden met de verspreiding van een prionziekte.

Referentie
Reichmann H, et al. The enteric nervous system and the development of PD. Presented at MDPD 2012, abstract #543.

Spreker Heinz Reichmann

reichmann

Heinz Reichmann, MD, PhD,
Department of Neurology, University of Dresden, Dresden, Duitsland

 

Zie: Keyslides

Naar boven