preheader tnn

50942 1 Biogen Fran Banners 900x225 Immunologie App retina

Cenobamaat als aanvullende therapie bij patiënten met focale epilepsie

Steinhoff en collega’s rapporteerden tijdens EAN 2020 data van 2 internationale studies naar de effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van cenobamaat als effectieve therapie bij volwassenen met ongecontroleerde focale aanvallen. In beide studies was het responspercentage significant hoger met cenobamaat vergeleken met placebo en raakte een groter aantal patiënten aanvalsvrij. Daarnaast werd cenobamaat over het algemeen goed verdragen.

Ruim 40% van de patiënten met epilepsie behaalt geen aanvalsvrije periode van 1 jaar, ondanks dat ze worden behandeld met anti-epileptica. Cenobamaat is een nieuw anti-epilepticum, dat onlangs door de FDA is goedgekeurd in de Verenigde Staten voor de behandeling van volwassen patiënten met epilepsie met focale aanvallen. De EMA beoordeelt momenteel het middel als mogelijke aanvullende therapie voor focale aanvallen.

Steinhoff en collega’s rapporteerden tijdens EAN 2020 data van 2 internationale, multi-center, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studies (C013 en C017) naar de effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van cenobamaat als effectieve therapie bij volwassenen met ongecontroleerde focale aanvallen.1

In de studies C013 en C017 werden patiënten met ongecontroleerde focale epileptische aanvallen met respectievelijk ≥3 aanvallen per maand of ≥8 aanvallen per 8 weken geïncludeerd, die werden behandeld met 1 tot 3 anti-epileptica tegelijk. De patiënten kregen gerandomiseerd placebo of cenobamaat. In C013 kreeg de interventiegroep 300 mg cenobamaat per dag; in C017 kreeg de interventiegroep 100, 200 of 400 mg cenobamaat per dag. In beide studies werd het responspercentage tijdens de onderhoudsfase gemeten als het percentage patiënten waarbij de frequentie van aanvallen met ≥50% afnam vergeleken met baseline.

In C013 was het responspercentage met 62% significant groter voor cenobamaat vergeleken met placebo (33%). Bovendien raakte een significant groter aantal patiënten aanvalsvrij met cenobamaat (28%) vergeleken met placebo (9%). In C017 waren de responspercentages met alle doseringen van cenobamaat (100 mg: 40%; 200 mg: 56%; 400 mg: 64%) significant hoger dan met placebo (26%). Van de patiënten die 200 mg en 400 mg cenobamaat kregen raakte daarnaast respectievelijk 11% en 21% aanvalsvrij vergeleken met 1% in de placebogroep. In beide studies liet cenobamaat een significante reductie zien in alle subtypes van focale epileptische aanvallen.

Over het algemeen werd cenobamaat goed verdragen. De meeste aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen waren van milde tot matige ernst en namen toe als de dosering toenam. De meest voorkomende bijwerkingen (≥10%) met cenobamaat waren duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn, vermoeidheid en dubbelzien.

De onderzoekers concluderen dat er consistente, klinisch relevante en statistische significante responspercentages (≥50%, ≥75%, ≥90%, 100%) van cenobamaat zijn aangetoond in de studies.

Referentie

Steinhoff BJ, Sanchez-Alvarez J, Majkowska-Zwolińska B, et al. Efficacy and safety of cenobamate as adjunctive therapy in patients with uncontrolled focal seizures: results from two double-blind, placebocontrolled, international studies. Gepresenteerd tijdens EAN 2020; abstract O3006.

Spreker Bernhard Steinhoff

steinhoff

Prof. dr. Bernhard J. Steinhoff, Epilepsiezentrum Kork, Duitsland


Zie: keyslides

Naar boven