preheader tnn

Header

Geen negatief effect op zwangerschapsuitkomst bij MS-patiënten behandeld met interferon-bèta

Behandeling met interferon-bèta verhoogt niet het risico op complicaties tijdens de zwangerschap bij vrouwen met multiple sclerose. Dit is de conclusie van een analyse van zwangerschapsuitkomsten bij vrouwen in de European Interferon-Beta Pregnancy Registry en Nordic-registraties in Finland en Zweden. Deze data werden tijdens AAN 2019 gepresenteerd door MS-specialist dr. Kerstin Hellwig.

Achtergrond

Multiple sclerose (MS) is de meest voorkomende chronische neurologische aandoening bij jongvolwassen vrouwen in de vruchtbare leeftijd. De meest gebruikte MS-ziektemodificerende behandelingen tijdens de zwangerschap zijn interferon bèta (IFNβ) en glatirameeracetaat. Beperkt bewijs uit klinisch onderzoek suggereert dat behandeling met IFNβ tijdens de zwangerschap geen negatieve effecten, zoals een laag geboortegewicht, congenitale afwijkingen of spontane abortus, heeft op het ongeboren kind.1 Starten van een behandeling met IFNβ tijdens de zwangerschap is echter gecontra-indiceerd. De European Interferon-Beta Pregnancy Registry werd opgezet met als doel meer data te verzamelen over de effecten van IFNβ op de uitkomst van de zwangerschap.

Studie-opzet

Om te onderzoeken of de veelgebruikte MS-behandeling IFNβ veilig kan worden ingezet tijdens de zwangerschap werden data van de European Interferon-Beta pregnancy Registry en de Nordic-registraties in Finland en Zweden geanalyseerd.2 In de European Interferon-Beta Pregnancy Registry gaven vrouwen zelf aan of zij behandeling hadden gehad in de 3 maanden voor de conceptie of op enige tijd gedurende de zwangerschap. In Finland en Zweden werden vrouwen die ten minste eenmaal een IFNβ-dosis hadden gehad in de 3 maanden voor de conceptie of tijdens de zwangerschap beschouwd als blootgesteld. Zwangerschapsuitkomsten, waaronder congenitale afwijkingen, spontane abortus, electieve terminatie en ectopische zwangerschap, werden verzameld en vergeleken met zwangerschapsuitkomsten van vrouwen in de Nordic-registraties die geen ziektemodificerende behandeling hadden gehad voor of tijdens de zwangerschap.

Resultaten

In totaal werden 1.823 zwangerschappen geanalyseerd bij vrouwen behandeld met IFNβ: 948 in de Europese registratie en 875 in de Nordic-registraties. De resultaten van de analyse lieten geen verschillen zien in de prevalenties van spontane abortussen en congenitale afwijkingen, ongeacht of de vrouwen wel of niet waren behandeld met IFNβ. Spontane abortussen werden gerapporteerd bij 10,7% van de vrouwen in het Europese cohort, bij 7,9% van de behandelde vrouwen in de Nordic-registraties en bij 11,1% in het niet-behandelde cohort in de Nordic-registraties. De prevalentie van congenitale afwijkingen bij levendgeborenen was respectievelijk 1,8%, 1,8% en 3,3%. De prevalentie van ectopische zwangerschappen bedroeg respectievelijk 0,4%, 1,5% en 2,9%. Het percentage vrouwen bij wie de zwangerschap electief werd beëindigd vanwege andere redenen dan foetale defecten was hoger in de IFN-groep. Dit kan mogelijk worden verklaard door het feit dat deze vrouwen minder vaak gepland zwanger waren.

Conclusie

De prevalentie van spontane abortussen was binnen de normale en verwachte range van spontane abortussen in de algemene populatie. Ook het risico op congenitale afwijkingen was niet hoger bij vrouwen behandeld met IFN dan bij onbehandelde vrouwen. Deze analyse geeft geen bewijs dat behandeling met IFN kort voor of tijdens de zwangerschap het verloop van de zwangerschap of de foetus negatief beïnvloedt.

Referenties

1. European network of Centres for Pharmacoepidemiology and Pharmacovigilance. http://www.encepp.eu/encepp/viewResource.htm?id=13055
2. Hellwig K, Geissbuehler Y, Sabidó M, et al. Pregnancy and infant outcomes with interferon beta: data from the European Interferon Beta Pregnancy Registry and MS Preg study conducted in Finland and Sweden. Gepresenteerd tijdens AAN 2019, abstract S49.005.

 

Spreker Kerstin Hellwig

AAN2019NL1abstract5 Hellwig

Kerstin Hellwig, MD
Ruhr-Universität Bochum,
Bochum, Duitsland

Naar boven