preheader tnn

header website

Erenumab is effectief in de preventie van migraine bij patiënten met episodische migraine

Erenumab is een humaan, monoclonaal antilichaam gericht tegen CGRP (calcitonin gene-related peptide). In een grote fase III-studie met dit middel bij 577 patiënten met sporadische migraine zorgde erenumab voor een significante reductie in het maandelijkse aantal migrainedagen in vergelijking met placebo. Ook de behoefte aan acute medicatie tegen migraine lag significant lager met erenumab dan met placebo. Bovendien was het toxiciteitsprofiel van erenumab in de studie vergelijkbaar met dat van placebo.

In de ARISE studie werden 577 patiënten met een migraine frequentie van 4 tot 14 migrainedagen per maand gerandomiseerd tussen placebo (subcutaan, 4 keer per maand), of erenumab (20 mg, 4 keer per maand subcutaan). Patiënten werden behandeld gedurende 12 weken, gevolgd door een open-label behandelingsfase van 28 weken. Patiënten met overmatig gebruik van acute migraine medicatie en patiënten bij wie meer dan 2 profylactische migraine medicaties faalden, werden uitgesloten van de studie. De mediane leeftijd van patiënten in de studie was 42 jaar, 85% was vrouwelijk en 90% was blank. De helft van de patiënten kreeg nooit eerder profylactische anti-migraine medicatie. In het verleden nam 43% van de patiënten wel al profylactische migraine medicatie en ongeveer 6% nam dergelijke medicatie bij aanvang van de studie. Verder nam 60% van de patiënten in de studie acute migraine-specifieke medicatie tegen hoofdpijn. Het mediane aantal dagen waarop patiënten migraine-specifieke hoofdpijnmedicatie nodig hadden, was 3,4 bij placebo en 3,7 bij erenumab. Het mediane aantal migrainedagen tenslotte bedroeg 8,4 bij placebo en lag op 8,1 in de erenumab arm.

Het mediane eindpunt van de studie betrof de verandering van het maandelijkse aantal migrainedagen. Na drie maanden lag dit aantal 1,8 dagen lager met placebo tegenover 2,9 dagen lager met erenumab (p< 0,001). Ook bij de secundaire uitkomstmaten van de studie zag men een significant voordeel met erenumab ten opzichte van placebo. Zo stelde de onderzoekers na 3 maanden bij 40% van de met erenumab behandelde patiënten een reductie van 50% of meer vast van het aantal maandelijkse migrainedagen terwijl dit percentage met placebo 30% bedroeg (odds ratio[95%BI]: 1,6[1,1-2,3]; p=0,010). Tenslotte was er een significant grotere daling van het aantal dagen per maand waarop patiënten migraine-specifieke hoofdpijnmedicatie nodig hadden in de erenumab arm: -1,2 dagen versus -0,6 met placebo (p=0,002).

Voor wat betreft toxiciteit werd er weinig of geen verschil gezien tussen beide armen. In de placebo arm werden neveneffecten gerapporteerd bij 54,7% van de patiënten tegenover 48,1% van de patiënten bij erenumab. De incidentie van ernstige neveneffecten was laag bij beide behandelingen: 1,7% met placebo en 1,1% met erenumab. Eén patiënt (0,3%) in de placebo arm en 5 patiënten (1,8%) in de erenumab arm stopten hun behandeling als gevolg van neveneffecten. De meest voorkomende neveneffecten met erenumab (bij 2% of meer) waren ontstekingen van de bovenste luchtwegen, pijn ter hoogte van de injectieplaats, nasofaryngitis, griep, vermoeidheid, misselijkheid, migraine en sinusitis.

Samengevat was erenumab in deze studie significant effectiever in de behandeling van episodische migraine dan placebo. Patiënten die met erenumab werden behandeld, ervaarden minder migrainedagen per maand en hadden minder migraine-specifieke hoofdpijn medicatie nodig. Het middel bleek ook goed verdragen te worden met een vergelijkbare incidentie van neveneffecten als met placebo.

Referentie

Ashina S, et al. Presented at EAN 2017; Abstract PRS1107, e-poster PR1045.

 

Spreker Messoud Ashina

Ashina

Messoud Ashina, MD, PhD, Associate professor of Neurology, Faculty of Health and Medical Sciences, University of Copenhagen, Denmark


Zie: Keyslides

Naar boven