preheader tnn

Header website 1

Dimethylfumaraat vergeleken met teriflunomide bij relapsing-remitting MS

Teriflunomide (TFL) en dimethylfumaraat (DMF) zijn beide eerstelijnsbehandelingen voor patiënten met relapsing-remitting multiple sclerose (RRMS), waarbij de effectiviteit van deze middelen over het algemeen als vergelijkbaar wordt beschouwd. Vergelijkende studies zijn echter maar in beperkte mate beschikbaar. Matthias Buron vergeleek samen met collega’s de effectiviteit van de 2 middelen in een retrospectieve studie met ‘real world’-data uit Denemarken.

Gegevens uit de ‘Danish Multiple Sclerosis Registry’ bevat de door artsen ingevoerde gegevens van alle Deense MS-patiënten die ziektemodulerende medicatie (DMT) ontvangen. Deze gegevens bevatten informatie over de MS-diagnose, mate van invaliditeit in de vorm van EDSS-scores, relapsen, behandelingen met DMT’s en redenen voor het eventueel discontinueren daarvan.

De onderzoekers selecteerden patiënten uit de database met RRMS die nog niet hoog-effectieve of off-labelmiddelen hadden gehad. Bovendien mochten patiënten maximaal een behandelduur van 8 jaar met niet meer dan 2 eerdere DMT-behandelingen hebben gehad.

Het doel van de studie was om TFL en DMF te vergelijken op het gebied van exacerbatiefrequentie, tijd tot eerste relaps, tijd tot eerste 6-maands bevestigde EDSS-verslechtering en reden voor het discontinueren van behandeling. Hiertoe werden de effecten tijdens behandeling met TFL dan wel DMF in kaart gebracht. De observatieperiode eindigde als de specifieke behandeling werd gestaakt, de patiënt emigreerde of overleed. Om de 2 groepen patiënten met elkaar te kunnen vergelijken werd gebruikgemaakt van propensity-scores, met als variabelen geslacht, leeftijd, ziekte en behandelvoorgeschiedenis.

In de database bevonden zich 4.227 patiënten die TFL of DMF hadden gehad. De belangrijkste exclusiecriteria waren een behandelduur van >8 jaar en onvoldoende uitgangsgegevens betreffende EDSS-scores en exacerbatiefrequentie. Voor analyse bleven 1.469 patiënten met TFL en 767 met DMF over. De mediane follow-up met TFL was 1,9 jaar versus 2,4 met DMF.

Na correctie met behulp van de propensity-scores lieten de resultaten zien dat de exacerbatiefrequentie bij DMF significant lager was met 0,09 exacerbaties per jaar (95%-BI 0,07-0,12) in vergelijking met TFL (0,16; 95%-BI 0,13-0,20; p<0,001). Ook het risico op eerste relaps was lager bij patiënten met DMF. De gecorrigeerde hazardratio hiervoor was 0,67 (95%-BI 0,54-0,84). Daarentegen werd geen verschil gevonden in verslechtering op de EDSS-schaal.

Bij beide middelen was het percentage patiënten dat de behandeling op een bepaald moment stopte in verband met bijwerkingen vergelijkbaar. Verschil werd wel gevonden bij de patiënten die stopten met de behandeling als gevolg van ziektedoorbraak. Dit percentage was op de verschillende tijdstippen circa tweemaal zo hoog bij de TFL-patiënten.

De onderzoekers concluderen dat in de Deense situatie de resultaten in het voordeel waren van dimethylfumaraat met een lagere exacerbatiefrequentie, een lager risico op een eerste exacerbatie en waarbij patiënten minder vaak de behandeling stopten als gevolg van ziektedoorbraak vergeleken met de patiëntengroep die teriflunomide had gehad.

Referentie

Buron M, Magyari M, Chalmer T, et al. Comparative effectiveness of teriflunomide and dimethyl fumarate in relapsing remitting multiple sclerosis. A Danish nationwide cohort study. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2018; abstract 227.

 

Spreker Mathias Buron

Mathias Buron

Mathias Buron, MD
Department of Neurology, Copenhagen University Hospital, Denemarken,
mede namens de Danish Multiple Sclerosis Group

Zie ook: Keyslides

Naar boven