preheader tnn

Header website 1

Fingolimod vergeleken met dimethylfumaraat bij relapsing-remitting MS

Dimethylfumaraat is een eerstelijns ziektemodulerende behandeling (DMT) voor patiënten met relapsing-remitting multiple sclerose (RRMS). Fingolimod is een tweedelijns DMT bij RRMS. In een Italiaanse monocentrische cohortstudie werden deze 2 middelen met elkaar vergeleken in termen van effectiviteit van de behandeling. Tijdens ECTRIMS 2018 presenteerde dr. Lucia Moiola de resultaten van dit onderzoek.1

In de studie werden RRMS-patiënten geïncludeerd die waren behandeld met dimethylfumaraat of fingolimod in het San Raffaele ziekenhuis in Milaan. De effectiviteitseindpunten waren tijd tot eerste relaps (TTFR), jaarlijkse exacerbatiefrequentie (ARR), tijd tot EDSS-progressie, MRI-ziekteactiviteit, NEDA-status en tijd tot discontinuatie van de behandeling (TTD). Na calculatie van de propensity-score werden de patiënten gematcht naar hun kans op behandeling met fingolimod dan wel dimethylfumaraat.

In totaal werden 367 patiënten tussen 2015 en 2017 behandeld met fingolimod en 445 tussen 2011 en 2016 met dimethylfumaraat. De propensity-score gematchte populatie bestond uit 196 fingolimod- en 352 dimethylfumaraat-patiënten. De gemiddelde leeftijd was 37,7 jaar, 68% was vrouw.

De klinische effectiviteit 2 jaar na de start van de behandeling met fingolimod of dimethylfumaraat was vergelijkbaar tussen beide behandelingen. De HR voor relapsvrije overleving voor fingolimod versus dimethylfumaraat was 1,10 (95%-BI 0,70-1,73); p=0,84). In de fingolimod-groep had 22,4% een relaps; in de dimethylfumaraat-groep was dit 19%. De ARR in de fingolimod-groep bedroeg 0,12 versus 0,11 voor dimethylfumaraat (RR=0,85 [95%-BI 0,54-1,34], p=0,49).

In de fingolimod-groep was 72,2% vrij van MRI-ziekteactiviteit tegenover 69,2% met dimethylfumaraat (HR=1,40 [95%-BI 1,01-1,94], p=0,043). Een vergelijkbaar percentage patiënten in beide groepen bereikte NEDA (‘no evidence of disease activity’): 60,4% met fingolimod en 54,3% met dimethylfumaraat (OR=0,74 [95%-BI 0,49-1,11], p=0,14). Een significant groter deel van de patiënten die dimethylfumaraat kregen, moest de behandeling staken (HR voor discontinuatie-vrije overleving dimethylfumaraat versus fingolimod =2,32 [95%-BI 1,33-4,07], p=0,003).

Concluderend stelde Moiola dat de tweedelijnsbehandeling fingolimod en de eerstelijnsbehandeling dimethylfumaraat vergelijkbare effectiviteitsuitkomsten hadden in termen van tijd tot eerste relaps, jaarlijks relapspercentage en EDDS-progressie. Als werd gekeken naar MRI-ziekteactiviteit en tijd tot discontinuatie van de behandeling vertoonde fingolimod betere resultaten. De resultaten van deze Italiaanse studie bevestigen de resultaten van eerdere observationele studies waarin fingolimod werd vergeleken met dimethylfumaraat.2-4 Vervolgonderzoek richt zich op het identificeren van subgroepen die meer baat hebben bij het een dan wel het andere middel.

Referenties

1. Moiola L, Esposito F, Di Cristinzi M, et al. Comparative effectiveness of dimethylfumarate and fingolimod in an Italian monocentric cohort of relapsing remitting multiple sclerosis patients. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2018; abstract 228.
2. Vollmer B, Nair KV, Sillau S, et al. Comparison of fingolimod and dimethyl fumarate in the treatment of multiple sclerosis: two-year experience. Mult Scler J Exp Transl Clin 2017;3(3):2055217317725102.
3. Hersch CM, Love TE, Cohn S, et al. Comparative efficacy and discontinuation of dimethyl fumarate and fingolimod in clinical practice at 12-month follow-up. Mult Scler J Exp Transl Clin 2017;3(3): 2055217317715485.
4. Prosperini L, Lucchini M, Haggiag S, et al. Fingolimod vs dimethyl fumarate in multiple sclerosis: A real-world propensity score-matched study. Neurology 2018;91:e153-61.

 

Spreker Lucia Moiola

Lucia Moiola

Lucia Moiola, MD, PhD,
Neuroloog,
Università Vita-Salute San Raffaele,
Milaan, Italië

Zie ook: Keyslides

Naar boven