preheader
header1

Behandeling van psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson: what’s new?

Daniel Weintraub, Associate Professor of Psychiatry and Neurology, University of Pennsylvania, gaf een overzicht van wat er reeds bekend is over PD-geassocieerde psychose in relatie tot veelgebruikte PD-medicatie. Daarnaast ging hij in op de mogelijke oorzaken van PD-geassocieerde psychose en de laatste inzichten in de behandeling hiervan.
Psychoses zijn een veelvoorkomend verschijnsel bij patiënten met de ziekte van Parkinson (PD). Forsaa et al. hebben 230 parkinsonpatiënten 12 jaar lang gevolgd en aan het einde van de studie bleek 60% van de patiënten hallucinaties of waanbeelden te hebben ontwikkeld1 Niet-visuele halucinaties en ‘minor’ hallucinaties (gevoel van een aanwezigheid, visuele illusies en ‘passage’ hallucinaties) zijn de meest voorkomende symptomen van PD-geassocieerde psychose.2
Behandeling van de psychose is vaak noodzakelijk en 50% van de parkinsonpatiënten met psychose gebruiken anti-psychotica.3 Het bewijs voor de effectiviteit van anti-psychotica bij PD is echter summier. Bovendien is er weinig bekend omtrent de risico’s.

De behoefte aan additionele klinische studies naar bestaande anti-psychotica, studies naar nieuwe anti-psychotica en gecontroleerd onderzoek naar diverse interventies bij parkinsonpatiënten (verandering van PD-medicatie, gedrag) is groot. De meest gebruikte dopaminerge medicatie is uitvoerig onderzocht. In de meeste studies wordt echter niets vermeld over het hiermee gessocieerde risico op een psychoses. Een grote gerandomiseerde fase III-studie naar levodopa maakt bijvoorbeeld geen melding van het voorkomen van psychose als bijwerking. Wel werd beschreven dat slaperigheid en abnormaal dromen vaken voorkwamen bij met levodopa behandelde patiënten dan bij patiënten die placebo kregen.4 Het gebruik van de dopamine-agonisten ropinerol en pramipexol blijkt ook te resulteren in een verhoogd risico op het ontstaan van hallucinaties in vergelijking met placebo en in vergelijking met levodopa.5-7 Dit risico neemt voor pramipexol toe met de leeftijd van de patiënt.4 Het gebruik van de MAO-B-remmer rasagiline leidde niet tot een verhoogd risico op hallucinaties in vergelijking met placebo.8,9

Mogelijke oorzaken van het ontstaan van psychose-geassocieerde verschijnselen bij PD

Het is niet mogelijk om één duidelijke oorzaak van het ontstaan van PD-geassocieerde psychose te geven. Meerdere factoren op diverse niveaus spelen een rol (zie Tabel). Een recente kleine studie onder 7 parkinsonpatiënten suggereerde een rol voor een toegenomen serotonine 2A-receptorbinding bij het ontstaan van visuele hallucinaties bij PD.10 Kotalgal et al. toonden een relatie aan tussen degeneratie van het cholinerge systeem bij parkinsonpatiënten en het ontstaan van REM-slaap gedragsstoornis (RBD).11

Tabel 1. Mogelijke oorzaken van psychose bij parkinsonpatienten.

Oorzaak Niveau

PD-medicatie

Veranderingen in serotonerge systeem
neurotransmitters

Comorbide psychiatische aandoeningen

- RBD

- EDS

- Stemmingsstoornissen
hersenstam

Leeftijd

Cognitieve achteruitgang

Duur en ernst van PD
diffuse pathologie
- Stoornis in verwerking van visuele informatie netwerken


















Behandeling van PD-geassocieerde psychose

Volgens Weintraub is er voldoende reden om een PD-geassocieerde psychose te behandelen. Ten eerste kan de aandoening de kwaliteit van leven van de patiïnt in grote mate beïnvloeden. Het kan het sociale leven beïnvloeden omdat het genant is voor de patiënt, het kan het slaap-waakritme verstoren en leiden tot agitatie in een later stadium. Verder kan het leiden tot extra druk op de verzorger of een toenemende vraag naar professionele zorg thuis. Tenslotte kunnen hogere doses PD-medicatie nodig zijn.
Olanow et al. stelden een behandelalgoritme op die behulpzaam kan zijn bij het managen van PD-gerelateerde psychose.12,13 Weintraub stelt dat anticholinerge middelen als eerste gestaakt dienen te worden om psychose te controleren en levodopa als laatste (zie Tabel 2).

Tabel 2. Volgorde van PD-medicatie met betrekking tot het risico op het ontwikkelen van een psychose.

1. Anticholinerge middelen
2. MAO-B-remmers
3. Amantidine
4. Dopamine-agonisten
5. Levodopa









Het effect van behandeling van psychose bij PD door middel van interventie in PD-medicatie werd geëvalueerd door 26 psychotische patiënten te volgen. Op korte termijn bleek deze aanpak effectief, maar op de lange termijn was bij de meeste patiënten een behandeling met anti-psychotica noodzakelijk.14 Weintraub benadrukt dat het wel belangrijk is dat deze aanpak de standaard blijft in de behandeling van PD-geassocieerde psychose.

Welke gerandomiseerde onderzoeken zijn gedaan naar anti-psychoticagebruik door parkinsonpatiënten?

Quetiapine, een atypisch anti-psychoticum, wordt veel ingezet bij de behandeling van psychose bij parkinsonpatiënten (66% van de patiënten). Effectiviteit van quetiapine is echter slechts in 1 van de vier gerandomiseerde studies die zijn uitgevoerd met dit middel aangetoond.16-19 Quetiapine leidde in drie van de vier studies niet tot een verslechtering van het motorisch functioneren van de patiënten, maar ook niet tot een verbetering van de psychose-gerelateerde klachten. Bovendien werd bij 21 met quetiapine behandelde patiënten slaperigheid geraporteerd tegenover 9 in de controlegroepen.16-19 De effectiviteit van clozapine werd geëvalueerd in twee studies met allebei een positief resultaat. Alleen clozapine zou aanbevolen moeten worden voor de behandeling van PD-gerelateerde psychose, aldus Weintraub.
Waarschijnlijk kan de grotere effectiviteit van clozapine en het gebrek aan effectiviteit van quetiapine worden gezocht in de affiniteit voor serotoninereceptorbinding. Pimavanserin, een selectieve 5-HT (2A) inverse agonist, werd onderzocht in een dubbelbline gerandomiseerde studie die 28 dagen duurde. De studie haalde het primaire eindpunt van antipsychotische effectiviteit niet.20
Het risico op het ontwikkelen van een psychose door behandeling met rivastigmine en memantine lijkt kleiner in studies bij patiënten met PD-dementie.21-23 Uit een recent Nederlands onderzoek blijkt echter dat rivastigmine een verhoogde mortaliteit heeft ten opzichte van placebo.24
Uit een studie van Ballard et al. waarin alzheimerpatiënten die anti-psychotica gebruikten, gedurende een jaar gevolgd, bleken anti-psychotica tot een hoger risico op mortaliteit en morbiditeit op de lage termijn te leiden.25 Parkinsonpatiënten hebben een hoger risico op vallen en op cardiovasculaire aandoeningen ten opzichte van alzheimerpatiënten. In dat opzicht zou de mortaliteit bij parkinsonpatiënten ten gevolge van anti-psychoticagebruik ook hoger kunnen liggen.
Meer onderzoek is noodzakelijk om psychoses bij parkinsonpatiënten goed te kunnen managen. Er is meer kennis nodig omtrent de mortaliteit en morbiditeit van anti-psychotica. Het ontwikkelen en testen van behandelstrategieën (bestaande en nieuwe anti-psychotica, management van PD-medicatie en gedragsinterventies) neemt hierbij een belangrijke plaats in.

Referenties

1. Forsaa EB, Larsen JP, Wentzel-Larsen T, et al. A 12-year population-based study of psychosis in Parkinson disease. Arch Neurol 2010;67:996-1001.
2. Fénelon G, Soulas T, Zenasni F, et al. The changing face of Parkinson's disease-associated psychosis: across-sectional study based on the new NINDS-NIMH criteria. Mov Disord 2010;25:763-6.
3.Weintraub D, Chen P, Ignacio RV, et al. Patterns and trends in antipsychotic prescribing for Parkinson disease psychosis. Arch Neurol 2011;68:899-904.
4.Fahn S, Oakes D, Shoulson I, et al. Levodopa and the progression of Parkinson's disease. N Engl J Med. 2004;351:2498-508.
5. Etminan M, Gill S, Samii A. Comparison of the risk of adverse events with pramipexole and ropinirole in patients with Parkinson's disease: a meta-analysis. Drug Saf 2003;26:439-44.
6. Parkinson Study Group. Pramipexole vs levodopa as initial treatment for Parkinson disease: A randomized controlled trial. Parkinson Study Group. JAMA. 2000;284:1931-8.
7. Rascol O, Brooks DJ, Korczyn AD, et al. A five-year study of the incidence of dyskinesia in patients with early Parkinson's disease who were treated with ropinirole or levodopa. 056 Study Group. N Engl J Med. 2000;342:1484-91.
8.Goetz CG, Schwid SR, Eberly SW, et al. Safety of rasagiline in elderly patients with Parkinson disease. Neurology. 2006;66:1427-9.
9. Elmer L, Schwid S, Eberly S, et al. Rasagiline-associated motor improvement in PD occurs without worsening of cognitive and behavioral symptoms. J Neurol Sci. 2006;248:78-83.
10.Ballanger B, Strafella AP, van Eimeren T, et al. Serotonin 2A receptors and visual hallucinations in Parkinson disease. Arch Neurol. 2010;67:416-21.
11.Kotagal V, Albin RL, Müller ML, et al. Symptoms of rapid eye movement sleep behavior disorder are associated with cholinergic denervation in Parkinson disease. Ann Neurol. 2012;71:560-8.
12. Olanow CW, Watts RL, Koller WC. An algorithm (decision tree) for the management of Parkinson's disease (2001): treatment guidelines. Neurology. 2001;56(11 Suppl 5):S1-S88.
13. Olanow CW, Stern MB, Sethi K. The scientific and clinical basis for the treatment of Parkinson disease (2009). Neurology. 2009;72(21 Suppl 4):S1-136.
14. Thomsen TR, Panisset M, Suchowersky O, et al. Impact of standard of care for psychosis in Parkinson disease. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 2008;79:1413-5.
15. Marras C, Kopp A, Qiu F, et al. Antipsychotic use in older adults with Parkinson's disease. Mov Disord. 2007;22:319-23.
16. Ondo WG, Tintner R, Voung KD, et al. Double-blind, placebo-controlled, unforced titration parallel trial of quetiapine for dopaminergic-induced hallucinations in Parkinson's disease. Mov Disord. 2005;20:958-63.
17.Kurlan R, Cummings J, Raman R, et al. Quetiapine for agitation or psychosis in patients with dementia and parkinsonism. Neurology. 2007;68:1356-63.
18. Fernandez HH, Okun MS, Rodriguez RL, et al. Quetiapine improves visual hallucinations in Parkinson disease but not through normalization of sleep architecture: results from a double-blind clinical-polysomnography study. Int J Neurosci. 2009;119:2196-205.
19.Shotbolt P, Samuel M, Fox C, et al. A randomized controlled trial of quetiapine for psychosis in Parkinson's disease. Neuropsychiatr Dis Treat. 2009;5:327-32.
20. Meltzer HY, Mills R, Revell S, et al. Pimavanserin, a serotonin(2A) receptor inverse agonist, for the treatment of parkinson's disease psychosis. Neuropsychopharmacology. 2010;35:881-92.
21. McKeith I, Del Ser T, Spano P, et al. Efficacy of rivastigmine in dementia with Lewy bodies: a randomised, double-blind, placebo-controlled international study. Lancet. 2000;356:2031-6.
22. Aarsland D, Ballard C, Walker Z, et al. Memantine in patients with Parkinson's disease dementia or dementia with Lewy bodies: a double-blind, placebo-controlled, multicentre trial. Lancet Neurol. 2009;8:613-8.
23. Emre M, Tsolaki M, Bonuccelli U, et al. Memantine for patients with Parkinson's disease dementia or dementia with Lewy bodies: a randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet Neurol. 2010;9:969-77
24.van Eijk MM, Roes KC, Honing ML, et al. Effect of rivastigmine as an adjunct to usual care with haloperidol on duration of delirium and mortality in critically ill patients: a multicentre, double-blind, placebo-controlled randomised trial. Lancet. 2010;376:1829-37.
25. Ballard C, Hanney ML, Theodoulou M, et al. The dementia antipsychotic withdrawal trial (DART-AD): long-term follow-up of a randomised placebo-controlled trial. Lancet Neurol. 2009;8:151-7.

Spreker Daniel Weintraub

 weintraub

Daniel Weintraub, PhD, MD,
Associate Professor of Psychiatry and Neurology, University of Pennsylvania, USA


Zie: Keyslides

Naar boven