Angst, slechtere MMSE-score en hogere leeftijd indicatoren voor grotere kans op dementie bij essentiële tremor

Tijdens het 8ste internationale MDPD-congres presenteerde Dr. Gary Sinoff de resultaten van een longitudinale studie die de prevalentie van stemmingswisselingen en cognitieve dysfunctie evalueerde bij patiënten met essentiële tremor (ET). Daarnaast werd ook de progressie van cognitieve dysfunctie bij patiënten met ET geanalyseerd.

Essentiële tremor is een frequent voorkomende bewegingsaandoening met een jaarlijkse incidentie van 23/100000. De incidentie van essentiële tremor neemt toe met een toenemende leeftijd, al komt de aandoening ook voor bij kinderen. Doorgaans manifesteert de ziekte zich rond een leeftijd van 65 jaar. De amplitude van de tremor neemt geleidelijk toe met een toenemende leeftijd terwijl de tremorfrequentie afneemt naarmate patiënten ouder worden (van 8-12 Hz bij jongere patiënten tot 6-8 Hz bij ouderen). ET heeft een erg belangrijke invloed op de levenskwaliteit van patiënten. Zo geeft 85% van de patiënten aan dat hun dagelijkse leven verstoord wordt door de aandoening en geeft 15% aan zich ernstig gehandicapt te voelen.

In de gepresenteerde studie werden in totaal 51 patiënten met ET opgenomen. Zij ondergingen eerst een neurologische analyse waarna een batterij van cognitieve en stemmingstesten werd afgenomen. Tijdens de opvolgperiode van drie jaar ondergingen de patiënten tweemaal een hertest.

Bij de start van de studie stelde men bij 76,8% van de patiënten een milde cognitieve stoornis (‘mild cognitive impairment, MCI’) vast. Dit kwam vooral tot uiting in verbale problemen. Tijdens de opvolgingsperiode bleek dat er een continue achteruitgang was van de cognitieve functie van de patiënten. Tijdens een eerste analyse bleek dat 4 van de 38 patiënten dementie hadden ontwikkeld (10,5%). Tijdens de tweede analyse was dit percentage identiek (2 van de 19 geanalyseerde patiënten hadden dementie ontwikkeld, 10,5%). Wat stemming betrof hadden de patiënten in de studie vooral last van depressies en angst. Angst kwam gedurende de hele studie voor bij ongeveer 25% van de patiënten, terwijl de incidentie van depressie afnam van 17,4% bij de start van de studie tot 5,2% aan het einde van de studie. Verder bleek uit een regressie-analyse dat een slechte MMSE-score bij het begin van de studie, de aanwezigheid van angstgevoelens bij het begin van de studie en leeftijd alle geassocieerd waren met een grotere kans op de ontwikkeling van dementie (respectievelijk p=0,001, p= 0,002 en p= 0,008). De aanwezigheid van depressie daarentegen, bleek geen voorspellende waarde te hebben daarvoor.

Referentie
Sinoff, G. A longitudinal study of cognitive dysfunction, non-motor features, and essential tremor (ET) in older persons. Gepresenteerd tijdens het MDPD congres 2012, abstract #122.

Spreker Gary Sinoff

 sinoff

Gary Sinoff, MD
Cognitive Clinic, Department of Geriatrics, Carmel Medical Center, Haifa, Israël


Zie: Keyslides

Naar boven