preheader tnn

header website

Cladribine tabletten (3,5 mg/kg) ook effectief bij MS-patiënten met hoge ziekteactiviteit

De CLARITY-studie toonde aan dat de behandeling met cladribine gepaard gaat met een lagere relapsfrequentie (gemiddeld 0,14 aanvallen/jaar voor de met cladribine behandelde patiënten tegenover 0,33 voor de met placebo behandelde patiënten; p<0,001) en een geringe mate van hersenatrofie ten opzichte van een behandeling met placebo. In een post-hocanalyse van de CLARITY-studie onderzochten Giovanonni en collega’s de effectiviteit van cladribine (3,5 mg/kg) bij MS-patiënten met een hoge ziekteactiviteit.

Cladribine wordt in het lichaam omgezet tot drie actieve producten die de aanmaak van nieuw DNA, de reparatie van beschadigd DNA en de vorming van eiwitten in de cel blokkeren. Als gevolg hiervan treedt apoptose van de cel op. Lymfocyten, in het bijzonder CD4+ en CD8+ T-cellen zijn het meest gevoelig voor cladribine. De klinische effectiviteit van cladribine bij multipele sclerose is onderzocht in de fase III CLARITY-studie.

De totale dosis cladribine in de CLARITY-studie bedroeg 3,5 mg/ kg lichaamsgewicht in twee jaar tijd. De behandeling vond plaats in de eerste en tweede maand van elk van de twee therapiejaren. In de behandelweken nam de patiënt – afhankelijk van diens gewicht - gedurende 4 of 5 dagen dagelijks 10 of 20 mg (1 of 2 tabletten) cladribine in.

In de post-hocanalyse gebruikten Giovannoni en collega’s twee (elkaar overlappende) definities voor hoge ziekteactiviteit: HRA en HRA + TNR. HRA (‘high relaps activity’) was gedefinieerd als een hoge relapsfrequentie (≥2 relapsen in het voorafgaande jaar) ongeacht behandeling; TNR (‘treatment non-response’) was gedefinieerd als ≥1 relaps in het voorafgaande jaar terwijl behandeld met een DMT èn ≥1 Gd+ laesies of ≥9 T2-laesies. Van de totale populatie van de CLARITY-studie (n=870) voldeden 261 patiënten aan de HRA-criteria; van hen waren er 131 behandeld met placebo en 130 met cladribine. Van de totale CLARITY-populatie voldeden 289 patiënten aan de HRA+TNR-criteria: 149 in de placebo-arm en 140 in de cladribine-arm van de studie. De karakteristieken van deze patiënten met hoge ziekteactiviteit zijn weergeven in Keyslide 2.

In de totale studiepopulatie leidde de behandeling met cladribine tot een afname met 47% van de EDSS-progressie in 6 maanden in vergelijking met de placebo-behandeling (HR=0,53, 95%-BI: 0,36-0,79). In zowel de HRA-subgroep als de HRA-TNR-subgroep was deze afname sterker (HR 0,18); bij de patiënten die niet voldeden aan de criteria voor HRA of HRA+TNR was deze afname minder sterk (HR 0,81 resp. 0,82). Ook het effect van de behandeling op de afname van de jaarlijkse relapsfrequentie was sterker in de HRA en HRA+TNR-subgroepen dan in de totale studiepopulatie.

Op grond van deze post-hocanalyse concluderen Giovanonni en collega’s dat relapsing-remitting MS-patiënten met een hoge ziekteactiviteit relatief meer, maar in ieder geval evenveel, baat hebben bij een behandeling met cladribine tabletten (3,5 mg/kg) dan de gehele populatie patiënten met relapsing-remitting MS die in de CLARITY-studie is geïncludeerd.

Referentie

Giovannoni G, Rammohan K, Cook S, et al. Efficacy of cladribine tablets 3.5 mg/kg in high disease activity (HDA) subgroups of patients with relapsing multiple sclerosis (RMS) in the CLARITY Study. AAN 2017, Poster 360.

Spreker Gavin Giovannoni

Giovannoni

Dr. Gavin Giovannoni, MD, Queen Mary University of London, Londen (Groot-Brittanië)


Zie: Keyslides

Naar boven