preheader tnn

Header website

690994 Celgene banner 700x175

Effectieve remyelinisatie van periventriculaire laesies is geassocieerd met behoud van grijzestofvolume

Tijdens het ECTRIMS 2019 congres was remyelinisatie bij MS-patiënten een veelbesproken onderwerp. Tonietto liet zien dat remyelinisatie van periventriculaire laesies lager was in vergelijking met de globale remyelinisatie. Daarnaast bleek dat een effectiever remyelinisatieproces in de periventriculaire laesies is geassocieerd met behoud van het grijzestofvolume bij patiënten met MS.

Achtergrond

De mate van remyelinisatie verschilt tussen MS-patiënten. Vermoedelijke factoren die remyelinisatie kunnen beïnvloeden zijn leeftijd, duur van de ziekte en subtype MS. Er zit echter niet alleen verschil in de remyelinisatie tussen patiënten, maar ook per patiënt worden er verschillen gezien: de mate van remyelinisatie is minder in de periventriculaire laesies vergeleken met subcorticale laesies en laesies in de diepe witte stof. Daarnaast is laten zien dat de mate van weefselschade in de periventriculaire witte stof correleert met corticale schade bij patiënten met MS, hetgeen suggereert dat er mogelijk cytotoxische mediatoren in de liquor aanwezig zijn.

Het doel van de studie gepresenteerd door Tonietto was het bestuderen van de link tussen periventriculaire remyelinisatie en het behoud van de grijze stof in contact met de liquor.

Methoden

Bij 19 patiënten met RRMS werd tweemaal een 11C-PiB PET-scan en 3T MRI gedaan met een interval van 2-4 maanden. Dit werd ook gedaan bij 8 gezonde controles, maar dan met een interval van 1 maand. Bij elk individu werd een globale index voor remyelinisatie en een index voor periventriculaire remyelinisatie (3-6 mm van de ventriculaire liquor) bepaald. Vervolgens werd gekeken naar de relatie tussen deze indices en de genormaliseerde corticale dikte (‘normalized cortical thickness’, NCth) en genormaliseerd volume van de thalamus (‘normalized thalamic volume’, NTV).

Resultaten

Tonietto liet zien dat de periventriculaire remyelinisatie-indices lager waren dan de globale remyelinisatie-indices. Dit duidt op een selectief falen van remyelinisatie in periventriculaire laesies. Daarnaast was een hogere periventriculaire remyelinisatie-index significant gecorreleerd met een hogere NCth (R=0,55; p=0,01) en een hogere NTV (R=0,84; p<0,001).

Conclusie

Tonietto liet in zijn presentatie zien dat een effectiever remyelinisatieproces in de periventriculaire laesies geassocieerd is met behoud van grijzestofvolume bij patiënten met MS. Deze resultaten suggereren dat herstel van de myelineschede resulteert in neuroprotectie en mogelijkheden biedt voor het ontwikkelen van toekomstige behandelstrategieën om remyelinisatie bij MS-patiënten te bevorderen.

Referentie

Tonietto M, Poirion E, Papeix C, et al. Periventricular remyelination is associated with grey matter atrophy in MS. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2019; abstract 59.

Spreker Matteo Tonietto

Tonietto

Dr. Matteo Tonietto, L'Institut du Cerveau et de la Moelle Épinière, Parijs, Frankrijk

Zie ook: Keyslides

Naar boven