preheader
header

Een nieuw retinaal fenotype voorspelt inflammatie en ziekteprogressie bij MS

Microcystisch macula oedeem (MME) van de binnenste 'nuclear layer' (INL) werd recentelijk geïdentificeerd in de ogen van een subgroep van Multiple Sclerose (MS) patiënten met Optische Coherentie Tomografie (OCT) en wordt mogelijk veroorzaakt door subklinische uveïtis of retinitis. Additioneel laten post-mortem analyses geactiveerde microglia en INL weefselverlies zien in ogen van MS patiënten. Het is aannemelijk dat retinale inflammatie in de INL van ogen van MS patiënten te identificeren is, zelfs bij afwezigheid van MME. De te onderzoeken hypothese in dit onderzoek verricht door S. Saidha et al. was de vraag of het meten van de dikte van de INL, gemeten met behulp van OCT-segmentatie metingen, een eerdere identificatie van dit inflammatoire proces mogelijk maakt. Bij een inflammatie zal de dikte van de INL namelijk toenemen en meetbaar zijn.

Het doel van het onderzoek was dan ook om te bepalen of de aanwezigheid van MME en/of een grotere dikte van de INL bij aanvang van de studie geassocieerd is/zijn met klinisch-radiologische parameters bij MS. Hiertoe ondergingen 164 MS patiënten en 60 gezonde controlepersonen elke zes maanden een OCT- scan gedurende een gemiddelde follow-up periode van 25,8 maanden respectievelijk 22,4 maanden (zie dia’s). De MS patiënten ondergingen ook jaarlijks een hersen-MRI. Logistische regressie werd toegepast om de relatie tussen INL-diktes met klinisch-radiologische parameters te bepalen.

De uitkomsten tonen aan dat MME niet kon worden waargenomen bij de start van de studie bij 40% van de MS patiënten, alhoewel 6,1% van deze patiënten MME hadden gedurende tenminste één studie-visite (zie dia’s). Patiënten met MME op elk moment tijdens de studie hadden een hogere invaliditeitsscore (p=0,03), een lagere ‘letter-acuity’-score (100% contrast, p=0,02) en een grotere INL-dikte (p=0,003) bij aanvang, vergeleken met diegenen zonder MME.
De dikte van de INL was ook groter bij de MS-patiënten dan bij gezonde controlepersonen, met name bij personen met relapsing-remitting MS (RR-MS; p=0,03).

Een grotere INL-dikte bij aanvang van de studie was voorspellend voor de ontwikkeling van contrast-aankleurende laesies (p=0,007), nieuwe T2 laesies (p=0,01), progressie van invaliditeit (p=0,01) en het optreden van terugvallen (bij RR-MS patiënten; p=0,008) tijdens de studieperiode. Andere typen retinale laagdiktes waren niet voorspellend voor klinisch-radiologische ziekteactiviteit tijdens de studie.

De onderzoekers concluderen dat dit onderzoek een nieuw fenotype identificeert van de ongemyeliniseerde retina bij MS dat het voorteken blijkt te zijn van inflammatoire ziekteactiviteit bij MS.
Dit fenotype wordt gekarakteriseerd door een toegenomen INL-dikte op OCT, met of zonder MME en voorspelt zowel klinische als radiografische progressie van de aandoening. De resultaten suggereren dat retinale inflammatie, binnen de neuronale INL, een werkbare maat kan vormen voor corticale inflammatie bij MS.

Referentie

S. Saidha, E. Sotirchos, M. Ibrahim, et al. A novel retinal phenotype in multiple sclerosis is predictive of inflammatory disease activity and disability progression. ECTRIMS 2012, Lyon, Frankrijk, Abstract 45.

Spreker Shiv Saidha

 saidha

Shiv Saidha, MD, PhD,
Johns Hopkins University School of Medicine, Baltimore, USA


Zie: Keyslides

Naar boven