preheader tnn

50942 1 Biogen Fran Banners 700x175 MultipleChoices retina

Hippocampusatrofie als biomarker bij subklinisch geheugenverlies

Met verbeterende MRI-technieken wordt het mogelijk om hippocampusatrofie beter te bepalen. Italiaanse onderzoekers keken naar het volume van de hippocampus bij patiënten met een milde cognitieve stoornis en zagen een verband met verbaal geheugen.

Vasculaire milde cognitieve stoornis (VMCI) kan zich in een later stadium ontwikkelen tot vasculaire dementie. In eerdere studies is gesuggereerd dat hippocampusatrofie op basis van MRI een mogelijke biomarker is voor neurodegeneratie bij VCMI. Het doel in de huidige studie was om vast te stellen of er sprake is van hippocampusatrofie bij VCMI, of het correleert met cognitieve stoornissen en of er een direct verband is met vasculaire risicofactoren. Hiertoe werden 108 patiënten, met de klinische diagnose MCI en aanwijzingen voor wittestoflaesies, uit de VCMI-Tuscany-studie onderworpen aan een uitgebreide neuropsychologische testbatterij en kregen zij een MRI van het brein. Het hippocampusvolume werd berekend met behulp van de ‘FMRIB Integrated Registration and Segmentation Tool’ (FIRST). De gevonden hippocampusvolumes werden vergeleken met waarden uit een cohort met 5.139 gezonde controles. De 108 patiënten werden geclassificeerd als ‘geen atrofie’ als het volume van de hippocampus zich binnen 1 standaarddeviatie van het referentiecohort bevond, als ‘milde atrofie’ wanneer het volume tussen 1 en 2 standaarddeviaties kleiner was dan het referentiecohort, en als ‘matig-ernstige atrofie’ in het geval van een meer dan 2 standaarddeviaties kleiner hippocampusvolume.

Bij 65% van de patiënten was sprake van geen atrofie. Voor milde en matig-ernstige atrofie waren deze percentages respectievelijk 23% en 12%. De onderzoekers vonden een duidelijk verband tussen de mate van atrofie en scores op verbale geheugentesten, zoals de Rey-AVLT (direct en delayed, beiden p<0,001). Van de bepaalde vasculaire risicofactoren werd alleen bij roken een verband gevonden met de hippocampusatrofie.

Vasculaire risicofactoren, met name roken, spelen mogelijk een rol in de pathogenese van atrofie van de hippocampus. Cognitieve achteruitgang kan daarvan een gevolg zijn. De onderzoekers geven aan dat hippocampusatrofie weliswaar niet specifiek is voor VMCI, maar dat het in combinatie met andere parameters het een mogelijk ongunstige biomarker kan zijn voor het ziekteverloop bij patiënten met VCMI.

Referentie

1. Cortese R, Giorgio A, Sollazzo MT, et al. Hippocampal atrophy in vascular MCI as biomarker of subclinical memory impairment. Gepresenteerd tijdens EAN 2020; abstract O2027.

Spreker Rosa Cortese

cortese

Rosa Cortese, MD, PhD, University of Siena, Italië


Zie: keyslides

Naar boven