preheader tnn

header website

Tijd beïnvloedt de toepassing van diagnostische criteria voor MS

De McDonald criteria maken het stellen van een diagnose MS mogelijk bij mensen met het klinisch geïsoleerd syndroom (CIS) met bewijs op MRI van disseminatie in plaats en tijd.De toepassing van deze criteria voor de ontwikkeling van klinisch definitieve MS (CDMS) werd eerder gevalideerd in cohorten met een follow-up van 2-3 jaar.Uit een nieuwe studie met 20 jaar follow-up blijkt dat tijd de toepassing van de McDonald 2010 criteria beïnvloedt. De aanbeveling luidt daarom dat toekomstige studies die modificaties van diagnostische MRI criteria bij CIS patiënten evalueren minimaal een 2 jaars follow-up, maar idealiter een follow-up van 5 jaar of langer dienen te hebben.

Diverse factoren kunnen de toepassing van deze criteria op de langere termijn beïnvloeden zoals:

  • Late relapsen (na 2-3 jaar);
  • Ontwikkeling van MS bij personen met een normale MRI bij eerste presentatie;
  • Identificatie van patiënten met een alternatieve diagnose, zoals neuromyelitis optica.

Doel van de studie

Het doel van deze nieuwe studie van Brownlee et al. gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2017, was het evalueren van het effect van tijd op de toepassing van de McDonald 2010 criteria bij een cohort van CIS patiënten met een lange follow-up.

In totaal werden 158 CIS-patiënten gerecruteerd binnen een periode vanaf 3 maanden na ‘onset’.Vervolgens werden MRI scans gemaakt van de hersenen en ruggenmerg op baseline en 3-12 maanden erna.Vervolgens zijn de patiënten prospectief opgevolgd gedurende 20 jaar lang en werd gekeken of zij CDMS ontwikkelden. De McDonald 2010 criteria werden retrospectief toegepast waarbij een diagnose MS werd gesteld op basis van bevindingen op MRI of ten tijde van een tweede aanval, al naar gelang wat eerder optrad.

De sensitiviteit, specificiteit, accuraatheid, positieve voorspellende waarde Positive Predictive Value (PPV) en negatieve voorspellende waarde (‘Negative Predictive Value’, NPV) van de McDonald criteria voor de ontwikkeling van CDMS werden geëvalueerd na 2,5,10 en 15 jaar tot aan 20 jaar follow-up.

Resultaten

De resultaten laten zien dat de demografische kenmerken van de patiëntenpopulatie karakteristiek waren voor patiënten met CIS. In totaal ontwikkelden 97 patiënten (61%) CDMS na een gemiddelde follow-up van 14,9 jaar (zie ook: ‘Key slides’ op deze site). De mediane tijd die verstreek tot een tweede klinische manifeste aanval bleek 20,3 maanden (range 1-212 maanden).

Met betrekking tot de toepasbaarheid (‘performance’) van de McDonald criteria in de tijd bleek dat de criteria het meest sensitief waren ten tijde van jaar 2 en dat deze sensitiviteit verminderde naarmate de tijd verder verstreek.

De specificiteit en accuraatheid van de criteria verbeterde in de tijd, maar verbeterde slechts bescheiden na 5 jaar.Verder nam de PPV toe in de tijd en de NPV juist af in de tijd (zie ook onder: ‘Key slides’ op deze site).

Conclusies

Brownlee et al. concluderen dat tijd de toepassing (‘performance’) van de McDonald diagnostische criteria voor MS beïnvloedt. De aanbeveling van de onderzoekers luidt daarom dat toekomstige studies die modificaties van diagnostische MRI criteria bij CIS patiënten evalueren minimaal een 2 jaars follow-up, maar idealiter een follow-up van 5 jaar of langer dienen te hebben.

Referentie

Brownlee WJ, Miszkiel KA, Altmann DR, et al.Time influences the performance of diagnostic criteria for Multiple Sclerosis.ECTRIMS 2017 congres Parijs, poster 287.

 

Spreker Wallace Brownlee

  brownlee

Wallace J. Brownlee, MD, PhD, Neurologist at the University College London Hospitals NHS Foundation, London, UK


Zie: Keyslides

Naar boven