preheader tnn

header website

ARTEMIDA-studie: Actovegin verbetert de cognitieve problemen na een CVA

Cognitieve problemen na een CVA zijn gerelateerd aan ernstige morbiditeit; in het eerste jaar na het CVA ontwikkelt ≤41% van de patiënten dementie. Opties om deze problemen te behandelen zijn in onderzoek. Guekht presenteerde tijdens EAN 2017 de resultaten van de ARTEMIDA-studie naar het effect van actovegin bij de behandeling van cognitieve problemen na een beroerte.

Actovegin wordt verkregen na ultrafiltratie uit kalfsbloed en heeft neurobeschermend potentieel, met een direct activerende invloed op breinstructuren, en door de weerstand van het centrale zenuwstelsel tegen schadelijke factoren te verhogen. Het verbeterde de Aß25-35-geinduceerde neuronale apoptose en deed reactieve zuurstofsoorten afnemen in neuronen in de hippocampus. In kleinschalige studies bij mensen werd een bemoedigende effectiviteit gezien.

In de gerandomiseerde, multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde ARTEMIDA-studie werden 503 patiënten met acute ischemische CVA gerandomiseerd uit 33 centra in 3 landen.1,2 Patiënten kregen maximaal 20 infusies met actovegin in een dosering van 2000 mg/dag. Daarna volgde een periode van 6 maanden waarin zij 1200 mg/dag oraal kregen, gevolgd door een follow-upperiode van eveneens 6 maanden. Het primaire eindpunt was de verandering in score op de Alzheimer’s Disease Assessment Scale (ADAS-Cog+) na 6 maanden behandeling. Ook werd gekeken naar de score na 12 maanden, en naar de bijwerkingen.

Na 6 en 12 maanden was er een significant verschil in de daling van de ADAS-Cog+-score tussen actovegin en placebo, in het voordeel van actovegin. In de actovegingroep was de score na 6 maanden 6,8 punten gedaald, in de placebogroep was er een afname van 4,6 punten. Het geschatte verschil was -2,3 (95%-BI -3,9 - -0,7; p=0,05). Na 12 maanden was de score in de actovegingroep verder afgenomen (actovegin -8,2; placebo -4,5) en was het verschil tussen actovegin versus placebo -3,7 (95%-BI -5,5 - -1,9; p<0,001). De therapietrouw was hoog, met gemiddeld 99,6% voor de infusies en 93,3% voor de tabletten.

De analyse van de bijwerkingen liet vergelijkbare uitkomsten zien die al bekend waren van actovegin. Ischemische beroerte was de meest voorkomende ernstige bijwerking bij het gebruik van actovegin (13/250; 5,2%, placebo 5/253; 2,0%), maar het verschil ten opzichte van placebo was niet significant. Hoofdpijn kwam in beide groepen bij 2,8% voor, en een virale luchtweginfectie bij 2,0% in de actovegin- en 3,2% in de placebogroep.

Al met al stelden Guekht en collega’s dat actovegin een verbetering van de cognitieve uitkomsten geeft bij patiënten die na een CVA problemen met hun cognitie hebben. Het veiligheidsprofiel kwam overeen met wat al bekend was van het middel. De resultaten dienen echter in aanvullende, robuuste studies te worden bevestigd.

Referenties

1. Guekht A, et al. Actovegin in the treatment of post-stroke cognitive impairment: an international multicenter, randomized, double blind, placebo-controlled trial (ARTEMIDA study). EAN 2017; O1204
2. Guekht A, et al. ARTEMIDA Trial (A Randomized Trial of Efficacy, 12 Months International Double-Blind Actovegin): a randomized controlled trial to assess the efficacy of actovegin in poststroke cognitive impairment. Stroke 2017;48:1262-70

 

Spreker Alla Guekht

Guekht

Prof. Alla Guekht, MD, PhD, Moscow Research and Clinical Center for Neuropsychiatry, Moskou, Rusland


Zie: keyslides

Naar boven