preheader tnn

Header website 1

Natalizumab versus fingolimod in de ‘real world’

Tot op heden zijn er verschillende observationele studies geweest die zich hebben gericht op de vergelijking tussen natalizumab en fingolimod. De resultaten uit die studies hebben echter geen eenduidig beeld opgeleverd. Dr. Spelman presenteerde de resultaten van een ‘real world’-studie waarbij de switch na minimaal 1 relaps van BRACETD (interferon, glatirameeracetaat, dimethylfumaraat of teriflunomide) naar natalizumab dan wel fingolimod werd vergeleken. Hierbij werd wel een lagere exacerbatiefrequentie gevonden voor natalizumab, maar geen verschil in invaliditeitsprogressie.

Gegevens werden verzameld uit de internationale MSBase-database. Patiënten van 18 jaar en ouder, die ≥1 relaps tijdens behandeling met BRACETD hadden gehad en binnen 6 maanden overstapten op fingolimod of natalizumab voor een duur van ≥3 maanden werden geïncludeerd in de studie.

‘Propensity-score matching’ (1:1) werd gedaan op basis van de volgende variabelen: leeftijd, geslacht, ziekteduur, behandelgeschiedenis, laatst gebruikt ziektemodulerend middel, EDSS-score bij aanvang, totaal aantal relapsen in de afgelopen jaren en gebruik steroïden daarbij en indexjaar. In totaal werden 1.000 propensity-score gematchte natalizumab/fingolimod-paren gemaakt.

Het primair eindpunt was de exacerbatiefrequentie. De jaarlijkse exacerbatiefrequentie na de switch was voor natalizumab met 0,189 significant lager dan bij fingolimod met 0,285 (p<0,001). Ook het risico op een eerste relaps was in het voordeel van natalizumab met een hazardratio van 0,69 (95%-BI 0,60-0,80; p<0,001). Indien een onderverdeling werd gemaakt op basis van de mate van ziekteactiviteit in de vorm van aantal relapsen voorafgaand aan de switch, kwam dit significante effect in het voordeel van natalizumab naar voren bij alle subgroepen, met daarbij het grootste effect bij de patiënten met ≥2 relapsen in het voorgaande jaar.

Secundaire eindpunten waren 24-weeks bevestigde invaliditeitsprogressie dan wel verbetering van invaliditeit. Er werd geen verschil gevonden voor de invaliditeitsprogressie (natalizumab versus fingolimod HR 1,14; 95%-BI 0,88-1,147; p=0,34). Daarentegen werd wel een verschil gevonden in het aantal patiënten dat verbetering liet zien in de EDSS-score. Met natalizumab was dit het geval bij 24,3% en met fingolimod bij 18,4% (HR 1,27; 95%-BI 1,03-1,57; p=0,024).

Samengevat laten deze resultaten zien dat voor patiënten met BRACETD-medicatie een switch naar natalizumab in het geval van actieve ziekte leidt tot een lagere exacerbatiefrequentie vergeleken met fingolimod. Deze kennis zal kunnen bijdragen aan het keuzeproces voor tweedelijnsmedicatie in het geval van ziektedoorbraak.

Referentie

Spelman T, Havrdova EK, Horakova D, et al. Comparative effectiveness of switching to natalizumab or fingolimod after relapse on first-line relapsing-remitting multiple sclerosis therapy: propensity score matching analysis from the MSBase registry. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2018; abstract 59.

 

Spreker Tim Spelman

Tim Spelman

Tim Spelman, MBBS, PhD,
Department of Medicine and Melbourne Brain Centre,
Royal Melbourne Hospital,
University of Melbourne, Australië

Zie ook: Keyslides

Naar boven