preheader tnn

Header website

Cardiovasculaire aandoeningen bij MS

Met behulp van een Zweedse cohortstudie werd de incidentie van cardiovasculaire sterfte, myocardinfarct of ischemisch CVA (MACE), TIA’s en hartfalen vergeleken bij patiënten met MS en mensen zonder MS. De onderzoekers vonden dat bij MS-patiënten de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen verhoogd was, onafhankelijk van hun voorgeschiedenis op dat gebied. Dit verhoogde risico werd met name gevonden bij jongere MS-patiënten.

Achtergrond

Het verband tussen MS en cardiovasculaire aandoeningen is lang onduidelijk geweest, waarbij in het verleden tegenstrijdige resultaten zijn gerapporteerd. Door gebruik te maken van een groot Zweeds bevolkingscohort was het voor de onderzoekers mogelijk om patronen en associaties zichtbaar te maken.

Studieopzet

Gegevens werden verzameld uit het Zweedse nationale patiëntenregister en medicatievoorschriftenregister. Patiënten, die in de periode 2008-2016 de diagnose MS hadden gekregen en waarvan ten minste 5 jaar voorafgaand aan de diagnose gegevens beschikbaar waren, werden voor analyse gekoppeld aan 10 individuen met dezelfde leeftijd, geslacht en woongebied, maar zonder MS.

Resultaten

In totaal werden 6.602 MS-patiënten geïdentificeerd met een gemiddelde leeftijd van 40,9 jaar. Daarvan was 68,5% vrouw. In de 10 jaar voorafgaand aan de diagnose MS, was vergeleken met de MS-vrije populatie sprake van een hogere incidentie van beroerte (2,0% versus 0,6%; p<0,0001), TIA (0,4% versus 0,2%; p=0,0247) en perifeer vaatlijden (0,3% versus 0,2%; p=0,0320). In het jaar voorafgaand aan het stellen van de diagnose MS kregen mensen vaker diuretica, vasodilatoren, bètablokkers en calciumantagonisten voorgeschreven.

Volgend op de diagnose MS was vaker sprake van MACE (relatief risico [RR]: 1,35 [95%-BI 1,06-1,71]), beroerte (RR 1,43 [1,05-1,96]), TIA (RR 1,59 [1,05-2,242]) en hartfalen (RR1,36 [1,02-1,80]). Wanneer de onderzoekers keken naar de patiënten jonger dan 40 jaar waren deze verschillen meer uitgesproken, met relatieve risico’s ten opzichte van de MS-vrije populatie voor MACE van 2,4, TIA 7,03, hartfalen 3,28 en bradycardie 4,51. Deze verschillen bleven aanwezig als patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculaire aandoeningen en/of bekende risicofactoren uitgesloten werden van analyse. Het risico op bradycardie was hoger bij MS-patiënten zonder voorgeschiedenis met cardiovasculaire aandoeningen vergeleken met de gematchte MS-vrije populatie. Ten slotte was voorgeschreven medicatie voor cardiovasculaire aandoeningen in het jaar na de MS-diagnose eveneens verhoogd, met uitzondering van bètablokkers.

Conclusie

Nadat de diagnose MS wordt gesteld, vertonen MS-patiënten een verhoogde incidentie van MACE, TIA en hartfalen in vergelijking met de MS-vrije populatie. Dit verband is onafhankelijk van de voorgeschiedenis van de patiënten met betrekking tot cardiovasculaire aandoeningen. De aard van de gebruikte gegevens staat de onderzoekers op dit moment niet toe om onderbouwde uitspraken te doen over causaliteit.

Referentie

Piehl F, Castelo-Branco A, Chiesa F, et al. Cardiovascular disease in patients with multiple sclerosis: a nationwide cohort study in Sweden. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2019; abstract 148.

Spreker Fredrik Piehl

Piehl

Prof. dr. Fredrik Piehl, Karolinska University Hospital, Stockholm, Zweden

Zie ook: Keyslides

Naar boven