preheader tnn

header website

Hoe het herstel na een beroerte te optimaliseren?

Een beroerte blijft één van de belangrijkste doodsoorzaken in de Westerse wereld. Eens het acute levensgevaar is geweken, leidt deze aandoening vaak tot chronische beperkingen. Studies bij mensen en bij diermodellen suggereren dat het grootste deel van het herstel plaatsvindt tijdens de eerste 3 maanden na de beroerte. Deze periode wordt gekenmerkt door een grote neuroplasticiteit in de hersenen. Het herstel tijdens deze periode gebeurt deels door spontane neuronale reorganisatie maar de verhoogde neuroplasticiteit zorgt er ook voor dat patiënten veel sterker reageren op training. Teneinde het herstel te optimaliseren, dient men dus het maximale te halen uit deze korte ‘gevoelige periode’ met verhoogde neuroplasticiteit.

Een klassieke manier om het herstel na een beroerte te optimaliseren bestaat uit motorische training. Gezien de korte tijdsduur van de gevoelige periode is het van belang dat deze motorische training snel opgestart wordt. Fysiotherapie na een beroerte verbetert de vaardigheid die getraind wordt ook daadwerkelijk. Echter, door één vaardigheid te trainen (bijvoorbeeld de armfunctie) verbetert een andere niet automatisch ook (uitvalsverschijnselen van de rest van het lichaam). Daarom is het van belang om een breed gamma motorische oefeningen aan te bieden aan de patiënt en de patiënt de kans te geven om veel en lang te oefenen.1 Verder blijkt uit onderzoek dat het herstel ook beïnvloed wordt door de omgeving waarin de patiënt zich bevindt. In dierproeven stelde men vast dat een meer stimulerende omgeving (bijvoorbeeld een waar gebruik wordt gemaakt van ‘virtual reality’) zorgt voor een beter herstel na een beroerte, zelfs in de afwezigheid van motorische training.2

Naast het optimaliseren van de motorisch activiteit vindt er ook intensief onderzoek plaats naar manieren om de gevoelige periode zelf te beïnvloeden en eventueel te verlengen. Verschillende geneesmiddelen lijken hier een invloed op te hebben. Uit een studie van Chollet et al. uit 2011 blijkt dat de selectieve serotonine reuptake inhibitor (SSRI) fluoxetine invloed heeft op het motorisch herstel na een beroerte. Indien men vroeg na de beroerte fluoxetine gaf in combinatie met fysiotherapeutische training stelde men na drie maanden een verbeterd motorisch herstel vast.3 Uit de CARS studie bleek verder dat ook het neuropeptide cerebrolysine een positief effect heeft op een vroeg herstel na een beroerte.4 Tenslotte suggereert de TALOS studie dat de SSRI citalopram het herstel na een beroerte positief beïnvloedt. In deze gerandomiseerde studie met 642 patiënten na een eerste beroerte zag men met citalopram een trend voor een verbetering op de gemodificeerde Rankin Schaal in vergelijking met placebo (odds ratio [95%BI]: 1,27 [0,92-1,74], p=0,14).5

Op basis van deze data kan gesteld worden dat het herstel na een beroerte multimodaal dient te zijn. Naast een snelle opstart van een breed gamma motorische oefeningen dient men het gebruik te overwegen van geneesmiddelen die de fase met een verhoogde neuroplasticiteit beïnvloeden. Een stimulerende omgeving waarbij gebruik gemaakt kan worden van ‘virtual reality’ brillen, of andere methodes die het brein extra activeren, hebben eveneens een positieve invloed op het herstel.

Referenties

1. Veerbeek JM, et al. PLoS One 2014;9(2):e87987
2. Risedal A, et al. Brain Res Bull 2002;58:325-21
3. Chollet F, et al. Lancet Neurol 2011;10(2):123-30
4. Muresanu D, et al. Stroke 2016;47(1):151-9
5. Kraglund K, et al. Int J Stroke 2015;10(6):985-7

 

Spreker Steven Zeiler

Zeiler

Steven R. Zeiler, MD, PhD, Assistant Professor of Neurology, Johns Hopkins Hospital, Baltimore, USA


Zie: Keyslides

Naar boven