preheader
header-website

Nieuwe markers verbeteren het onderscheid tussen dementie en parkinson(isme)

CSF α-synucleïne en T-Tau gecombineerd met de biomarkers CSF β-amyloïd 1-42 en CSF P-Tau leidt tot een diagnostische nauwkeurigheid van 90% bij het onderscheiden van Alzheimer met dementie met Lewy lichaampjes of Parkinson gecombineerd met dementie. En analyse van alleen de marker NF-L geeft een nauwkeurigheid van 93% bij het onderscheiden van M. Parkinson en atypisch parkinsonisme.
Door een overlappende symptomatologie kan het lastig zijn om op basis van het klinische beeld de ziekte van Parkinson (PD) te onderscheiden van atypisch parkinsonisme, zoals multipele systeem atrofie (MSA), progressieve supranucleaire ‘palsy’ (PSP) en corticobasale degeneratie (CBD).
Daarnaast is er een overlap in de symptomen en de hersenpathologie tussen verschillende vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer (AD), Lewy Body dementie (DLB) en PD in combinatie met dementie (PDD). Daarom is het nodig om de biomarkers, waarmee deze diagnoses vastgesteld kunnen worden, te verbeteren.

Methoden

Totaal 453 samples van de cerebrospinale vloeistof (CSF) werden verkregen van controlepersonen en patiënten met PD, PDD, DLB, AD, PSP, MSA en CBD.
Een nieuw ontwikkeld Luminex multiplex assay werd gebruik voor gelijktijdige kwantificatie van α-synucleïne, Aβ42, T-Tau en P-Tau. Met ELISA werd ‘neurofilament light chain (NF-L)’ geanalyseerd.

Resultaten

De volgende veranderingen in de markers werden gevonden:

  • CSF α-synucleïne nam af bij patiënten met PD, PDD, DLB en MSA en nam toe bij AD-patiënten;
  • CSF β-amyloïd 1-42 nam af bij DLB-patiënten en nam zelfs verder af bij AD en
  • CSF T-Tau en P-Tau namen toe bij AD.

Multivariate analyse toonde dat deze vier biomarkers konden differentiëren tussen AD enerzijds en DLB en PDD anderzijds, waarbij de 'area under the curve' (AUC) 0,90 was. Aan dit model leverden α-synucleïne en T-Tau de grootste bijdrage.
Bij patiënten met atypisch parkinsonisme (PSP, MSA en CBD) was NF-L substantieel toegenomen. Multivariate analyse toonde dat NF-L alleen kon differentiëren tussen PD en atypisch parkinsonisme, waarbij de AUC 0,93 was.

Conclusies

CSF α-synucleïne en T-Tau verbeteren de differentiaaldiagnose van AD versus DLB en PDD. Wanneer deze twee markers gecombineerd worden met de gebruikelijke AD-biomarkers (CSF β-amyloïd 1-42, CSF P-Tau) kan een diagnostische nauwkeurigheid van 90% bereikt worden.
Door een analyse van alleen NF-L is het mogelijk om met een nauwkeurigheid van 93% onderscheid te maken tussen PD en atypisch parkinsonisme.

Referentie

Hall S, Öhrfelt A, Constantinescu R, et al. A panel of five CSF biomarkers can be used with high accuracy in the differential diagnosis of patients with dementia and/or parkinsonism. 16th EFNS Congress 2012, Stockholm, Sweden. Abstract P1522.

Spreker Sara Hall

 hall

Sara Hall, MD,
Department of Neurology, Skåne University Hospital, Lund, Zweden


Zie: Keyslides

Naar boven