preheader tnn

Header website 1

Predictieve waarde van vitamine D-status, roken en epstein-barrvirusinfectie op cognitieve functie van CIS-patiënten

Cognitieve achteruitgang is een veelvoorkomend symptoom van MS; 40-70% van de patiënten krijgt hier gedurende het ziekteproces mee te maken. Het brengt een hoge ziektelast met zich mee. Patiënten hebben bijvoorbeeld een hogere kans om werkloos te worden of in een isolement te raken. Een lage vitamine D-status, roken en een infectie met epstein-barrvirus (EBV) zijn bekende risicofactoren voor MS, en zijn geassocieerd met ziekteactiviteit en –progressie. Het was echter niet bekend of deze factoren een predictieve waarde hebben voor de cognitieve functie van de patiënt op de lange termijn.

BENEFIT is een multicentrische, dubbelblinde, gerandomiseerde studie waarin 468 patiënten met CIS gedurende 2 jaar behandeld werden met interferon β-1b of placebo en gedurende totaal 5 jaar werden gevolgd. BENEFIT-11 is de observationele 11 jaar durende follow-upstudie met 278 CIS-patiënten met als doel het evalueren van de langetermijnuitkomsten van een vroege behandeling.

Prospectief werden bij de 468 CIS-patiënten serum 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D; vitamine D-biomarker), cotinine (biomarker voor tabaksgebruik) en specifieke IgG-antistoffen in serum tegen EBV nucleair antigeen 1 (anti-EBNA-1 IgG) op verschillende tijdspunten bepaald (baseline, maand 6, 12 en 24; vitamine D ook jaar 5 en 11). Tweehonderdachtenzeventig patiënten werden 11 jaar gevolgd waarbij hun cognitieve functie werd bepaald met behulp van de ‘Paced Auditory Serial Addition Test’ (PASAT-3). Daarnaast werd het serumniveau van het lichte-ketentype neurofilament (NfL), een marker voor neuroaxonale schade, bepaald.

Uit de analyse bleek dat een hogere waarde van 25(OH)D in het serum in het eerste jaar na CIS is geassocieerd met een betere cognitieve functie en roken met een slechtere cognitieve functie op de lange termijn. Een toename van 50 nmol/l in het mediane vitamine D-gehalte in de eerste 2 jaar voorspelde een 65% lager risico op een slechte PASAT-score (onder mediaan) in jaar 11 (OR=0,35; 95%-BI 0,14-0,89; p=0,027). Rokers (cotinine >25 ng/ml in alle metingen: β=-0,30; 95%-BI -0,65 tot 0,04) en zware rokers (cotinine >191 ng/ml: β=-0,60; 95%-BI -1,35 tot 0,15) hadden lagere gestandaardiseerde PASAT-scores dan niet-rokers (p-trend=0,042). Daarentegen had het EBNA-1-niveau na klinische manifestatie geen predictieve waarde voor de cognitieve functie (p-trend in alle kwartielen 0,93).

Een gemiddelde toename van 50 nmol/l van 25(OH)D-gehalte in de eerste 2 jaar was geassocieerd met een 20% lagere NfL-waarde (β=0,80; 95%-BI 0,64-0,99; p=0,05). Bij rokers lag de NfL-waarde 29% hoger dan bij niet-rokers (β=1,20; 95%-BI 1,02-1,40; p=0,024). EBNA-1 bleek niet geassocieerd met een hogere mate van neuronale schade in jaar 11.

De onderzoekers concludeerden dat verhoging van de vitamine D-status en stoppen met roken na klinische manifestatie een beschermende invloed heeft op de cognitieve functie en neuronale integriteit bij CIS-patiënten.

Referentie

Cortese M, Munger KL, Martínez-Lapiscina, et al. Vitamin D, smoking, EBV and long-term cognitive performance among CIS patients: 11-year follow-up of BENEFIT. Gepresenteerd tijdens ECTRIMS 2018; abstract 321.

 

Spreker Marianna Cortese

Cortese

Marianna Cortese, MD, PhD,
Harvard T.H. Chan School of Public Health,
Boston, Verenigde Staten

Zie ook: Keyslides

Naar boven